AD over regionale omroepen op NPO3
Ook de regionale omroepen moesten even slikken toen minister Arie Slob (Media) de kabinetsplannen voor het publieke bestel bekendmaakte. Zij hebben straks ineens compleet NPO3 tot hun beschikking. Een grote eer én een zorg, aldus de mediaorganisaties.
Niemand in Hilversum die het hardop durft uit te spreken, maar op anonieme titel hoor je het geregeld: regionale omroepen leveren journalistiek op amateurniveau, de technische verzorging is houtje-touwtje en niemand die er naar kijkt. ‘En die maken over een paar jaar de dienst uit op NPO3, nu nog de belangrijke jongerenzender van het publieke bestel?’ Het is een van de meest omstreden punten uit de onlangs verschenen toekomstvisie voor de NPO van mediaminister Arie Slob. Het derde net moet zelfs NPO Regio gaan heten.
,,Onbekend maakt helaas onbemind”, zegt Gerard Schuiteman, voorzitter van de overkoepelende Regionale Publieke Omroep (RPO). Ook hij merkt dat er met ‘enig dedain’ over wordt gesproken. ,,Vooral door mensen die nooit regionale programma’s zien. De kijkers waarderen ons zeer. We krijgen nu de kans om onze relevantie enorm te vergroten. Bij KPN zitten we op de kabel ergens op plek 500 en bij Ziggo in de 30. Op het derde net zijn we ineens veel beter vindbaar.”
Bereikcijfers
Volgens de Stichting KijkOnderzoek hebben de dertien regionale omroepen dagelijks een marktaandeel van 1,2 procent (en gemiddeld 24.000 kijkers) (gemiddeld aantal kijkers per minuut over gehele dag, RPO). De RPO kijkt liever naar bereikcijfers van metingbureau Motivaction. Die laten zien dat in 2018 de omroepen per week gezamenlijk 43 procent van tv-kijkend Nederland bereikten.
Meer samenwerken met de landelijke publieke omroepen is van belang, beweert Gerard Schuiteman. ,,Het is een meerwaarde voor de journalistiek. De verhalen worden beter. Bij RTV Noord bijvoorbeeld zitten ze bovenop het gasdossier. De NOS besteedt er ook veel aandacht aan, maar bij de regionale omroep wordt het constant gevolgd.” De afgelopen periode werkten de omroepen al intensiever samen met de NOS. En niet alleen achter de schermen en online. In enkele middagbulletins op tv zit al sinds 2015 een blok met regionaal nieuws en de afgelopen drie maanden kreeg de kijker op NPO2 direct na het Journaal van 18.00 uur het nieuws uit zijn of haar provincie te zien. En toen was daar de toekomstvisie van Slob. Schuiteman: ,,Dat heel NPO3 straks NPO Regio gaat heten, was een verrassingsmoment. Daar hadden wij niet om gevraagd. Hoe dat er uit moet zien, is iets waar we nog mee aan de slag moeten.”
RTV Utrecht-baas Paul van der Lugt was eveneens verbaasd. ,,Wij hadden niet ingezet op het vullen van een heel kanaal. Dat kunnen wij helemaal niet. Niet als we jaarlijks 15 miljoen euro krijgen (in de visie van Slob, red.). Dan krijg je vooral veel herhalingen.” Hij vervolgt: ,,Een scenario kan zijn dat we gaan samenwerken met landelijke omroepen. Vensters met regionaal nieuws en onze eigen culturele titels en documentaires afwisselen met programma’s die we bijvoorbeeld maken met de redactie van AvroTros’ EenVandaag. En dat in elke provincie er inhoudelijk anders uit laten zien.” Dat de journalistiek van een mindere kwaliteit is, vindt Van der Lugt onzin. ,,De zwemtocht van Maarten van der Weijden had op Omrop Fryslân een bereik van bijna een miljoen kijkers. En RTV Utrecht leverde bij de tramaanslag een journalistieke topprestatie. De verslaggevers kleden zich misschien soms wat anders dan we bij de NPO zien. Maar jongens, er is meer dan de Randstad, hè?”
NOS
Omroepdirecteur Gerard Timmer van de NOS is voor een verdere samenwerking met de regionale omroepen. ,,Laat de platforms beter op elkaar aansluiten, maak gebruik van hetzelfde redactiesysteem en zorg ook voor een kwaliteitsimpuls op lokale redacties. Ook kan de NOS van betekenis zijn door journalisten op te leiden die daar aan de slag kunnen. Naar Engels model, waar de BBC honderdvijftig journalisten opleidt en begeleidt, en die vervolgens in de lokale journalistiek hun eerste stappen zetten.” Over het idee om NPO3 om te vormen tot een huis voor regionale omroepen, is Timmer kritischer. ,,Laten we het belang van het bereik van kinder- en jongerenprogrammering niet uit het oog verliezen. Daar zal een volwaardige plek op één van de drie netten voor moeten blijven bestaan om nieuwe generaties aan de publieke omroep te blijven binden.”
Bron: Algemeen Dagblad, 3 juli 2019. Geschreven door: Guido Tienhoven.