Digitale transformatie vraagt leiderschap

Hoofdredacteuren en directeuren ronden leiderschapsprogramma succesvol af
Hoe neem je mensen mee in verandering? Hoe houd je koers in een dynamische omgeving waar technologie en journalistiek steeds sneller evolueren? Met die vragen startte het Digitaal Leiderschapsprogramma, een initiatief van het RPO transformatieteam i.s.m. Universiteit Utrecht. Met een mix van kennis en reflectie bood het programma handvatten om als hoofdredacteur en directeur effectief te opereren in een tijd van digitale verandering.
Waarom dit programma?
De regionale omroepen staan midden in een digitale transformatie. Om toekomstbestendig te blijven, moeten leiders niet alleen technologische keuzes maken, maar ook cultuurverandering begeleiden. Het programma creëerde een plek om die vraagstukken samen te onderzoeken.
“Ik was op zoek naar een gezamenlijke ontwikkeling,” vertelt Jan Müller, directeur van de RPO. “We vormen met zóveel verschillende partijen de Regionale Publieke Omroep van Nederland. We hebben zóveel verschillende achtergronden, kennis, ervaring en mensen, maar we moeten wél allemaal mee in de veranderingen die om ons heen gebeuren. En het liefst wil je daar zo gelijkwaardig en vanuit eenzelfde theoretische achtergrond met elkaar aan werken.”
Leren van elkaar én van experts
Deelnemers gingen in gesprek met experts als Naomi Ellemers (ethisch leiderschap), Ezra Eeman (digitale transformatie) en Wouter ten Have (verandermanagement). Deze sessies leverden inzichten op die direct bruikbaar zijn in de praktijk.
Voor Jan, directeur bij de RPO, zat een belangrijke les in het tempo van verandering: “Denk goed na voordat je gaat rennen. Dat klinkt tegenstrijdig omdat we elkaar allemaal aan het vertellen zijn dat het nú moet gebeuren, want we zitten nú in de veranderingen die nú actie vragen. Wouter ten Have noemde dat ‘transitietijd’; de tijd die je toch echt nodig hebt om een cultuur te veranderen. Want veranderen gaat over cultuurverandering, niet over hoe je digitaal wordt, of hoe je technologie moet omarmen.”
Voor Erwin, hoofdredacteur bij RTV Utrecht, lag de waarde in praktische handvatten voor het meenemen van teams: “Je hoeft niet altijd eeuwig blijven zoeken naar consensus, soms is consent genoeg. Het is niet altijd haalbaar om iedereen volledig op één lijn te krijgen, maar je kunt wel zorgen dat mensen begrijpen waarom keuzes worden gemaakt, ook als niet alles meteen perfect aansluit.
Wat nemen deelnemers mee?
Het programma was intensief, maar waardevol. Erwin: “Ik kijk met een goed gevoel terug. Wat ik vooral meeneem: Mensen meenemen is cruciaal. En dat vraagt om een aanpak met veel uitleg, herhaling en het bieden van perspectief in behapbare stappen.”
Voor Jan was het samen leren minstens zo belangrijk als de inhoud: “’Collective Genius’; we zijn met elkaar nog altijd veel sterker dan wanneer we dingen alleen doen. We hadden goede discussies, leerden ook veel van elkaar. Ook óver elkaar, want uiteindelijk ga je in zo’n intensief proces ook daarbuiten anders met elkaar om als je elkaar ook in de schoolbanken treft. En samen leren levert hoe dan ook gezamenlijke inzichten op.”

Het project is hiermee afgerond, maar krijgt een vervolg. Er wordt gewerkt aan een programma voor professionals die midden in de transformatie staan en dagelijks keuzes maken die het verschil maken. Daarmee blijft het doel hetzelfde: leiderschap ontwikkelen dat digitale verandering mogelijk maakt.