5 vragen aan Astrid Cornelisse

Nieuws in de klas stimuleert jongeren via het onderwijs om het nieuws online, in beeld, geluid en op papier te volgen en te interpreteren. Deze week (7 t/m 11 april) organiseren ze, samen met DichterBijNieuws, ‘Journalist in de klas’. In vijf dagen tijd gaan journalisten (van o.a. 9 regionale omroepen, maar ook De Telegraaf, NRC, De Volkskrant, Trouw, RTL Nieuws, NU.nl, Tubantia, Dagblad van het Noorden en Zembla) het land in om op scholen te vertellen over hun vak. Daarnaast kunnen scholen zich aanmelden voor een rondleiding op een echte redactie. Wij leggen onze 5 vragen deze keer dan ook voor aan Astrid Cornelisse van Nieuws in de klas.
Hoi Astrid, hoe is het initiatief ‘journalist in de klas’ ontstaan?
“Journalist in de klas is in 2023 opgezet door Nieuws in de klas, het educatieplatform van NDP Nieuwsmedia, om de relevantie van journalistiek in de schijnwerpers te zetten bij leerlingen op het primair en voortgezet onderwijs. Door middel van workshops en redactiebezoeken kunnen we jongeren inspireren om kwaliteitsjournalistiek te waarderen en te begrijpen. Leerlingen tussen de 11 en 18 jaar oud krijgen een kijkje in de keuken van de journalistiek, horen hoe journalisten dagelijks werken en kunnen vragen stellen over journalistieke keuzes die gemaakt worden, nieuws dat dichtbij hen komt of hoe moeilijk het is om een minister te interviewen.”
En waarom is dit zo belangrijk?
“Op deze manier kunnen jongeren ervaren hoe nieuws wordt verzameld, beoordeeld en gepresenteerd. Nieuws en journalistiek is belangrijk voor iedereen, dus ook voor jongeren. Of ze het nu volgen via sociale media, podcasts, of ‘ouderwetse’ kranten, radio en televisie. Het is een laagdrempelige manier om meer te leren over journalistiek en wij hopen ook dat leerlingen zich op deze manier meer betrokken voelen bij de Nederlandse journalistiek.”

Astrid Cornelisse
Waar kan je als regionale omroepen op letten om toegankelijk en relevant te zijn voor jongeren?
“Mijn antwoord is tweeledig. Ten eerste: zorg dat wat je maakt ook echt voor hen bedoeld is. Ik gaf vorig jaar ook een aantal workshops en toen wilde ik leerlingen van tevoren iets laten horen wat ik gemaakt had, ik ben namelijk podcastmaker, en bij het beluisteren van een aantal afleveringen en radioreportages dacht ik ‘dit is helemaal niet op jongeren toegespitst; ik gebruik veel te veel gecompliceerde zinnen en terminologie’. Terwijl het onderwerpen waren die juist heel relevant waren voor jongeren, bijvoorbeeld een reportage over de energietoeslag voor studenten en de vergrijzing, wat een enorme impact gaat hebben juist op de jongere generaties. Dus dat was een duidelijke les voor mijzelf; als ik wil dat jongeren luisteren naar mijn journalistieke werk, dan is het aan mij om te zorgen dat het ook toegankelijk is voor hen.
Ten tweede: betrek jongeren ook echt bij het journalistieke werk. Ik pretendeer niet alle artikelen en items over vapen te hebben gelezen en gezien, maar wat mij heel erg opvalt, is dat er wel op het schoolplein wordt gevraagd of er gevapet wordt, maar dat is vaak een beetje giechelig, lacherig of het speelt in op allerlei stereotypes. Terwijl reportages over hoe moeilijk het is om niet te bezwijken onder groepsdruk of de angst om buiten de vriendengroep te vallen, die zie ik veel minder. Terwijl dat manieren zijn om jongeren daadwerkelijk bij het nieuws te betrekken.”
Kan je voorbeelden noemen van wat er in de week van 7 t/m 11 april gaat plaatsvinden?
“Deze week vinden er 110 workshops plaats op scholen in heel Nederland. Sommige journalisten vertellen hoe onderzoeksjournalistiek werkt. Anderen gaan in op het maken van documentaires, fotojournalistiek of 112-verslaggeving. Daarnaast zijn er 18 klassen die op redactiebezoek gaan. Daarbij zien de leerlingen alle verschillende onderdelen van een krant of omroep, kunnen ze een kijkje nemen in televisie-, radio- of podcaststudio’s en beantwoorden journalisten alle vragen die ze maar kunnen hebben.”
Interessant! En ten slotte; hoe verliepen de eerste 2 edities en hebben jullie daar conclusies uit kunnen trekken?
“We leren van elke editie. De belangrijkste aanpassingen zijn dat we in 2023 zijn begonnen met alleen de landelijke en regionale nieuwstitels, maar in 2024 ook landelijke, regionale en lokale omroepen hebben gevraagd mee te doen. Ook dit jaar doen zowel nieuwstitels als omroepen en online platforms mee, waar we erg blij mee zijn. Zonder journalisten geen Journalist in de klas. Met 45 deelnemende redacties kunnen zoveel mogelijk scholen meedoen en hopelijk kunnen we de komende jaren zelfs nog uitbreiden.”
Meer informatie, inclusief alle deelnemende media, lees je hier.